Als je, zoals ik, geboren bent in 1950 dan heb je in je leven tal van ontwikkelingen meegemaakt. De WO II was weliswaar voorbij, maar de opbouw van een nieuw Nederland was nog in de startfase. Maar daarna is het hard gegaan. Er zijn in de geschiedenis in zo'n korte tijd nog nooit zoveel veranderingen achter elkaar geweest. De technologische ontwikkelingen springen wel het meest in het oog. 1950 is overigens ook het jaar dat door de overheid is uitgekozen om vanaf dat geboortejaar pensioenregelingen te versoberen en een eind te maken aan verworven rechten.
Maar in deze blog gaat het vooral over de technische en technologische revoluties.
In 1988 kreeg ik op mijn werk, de Algemene Inspectie van het korps Rijkspolitie, mijn eerste Laptop. Het ding woog 12 kilo, maar trots droegen we het apparaat door het hele land. De eerste PC moest thuis nog komen, maar die kwam al snel daarna: een Tulip met een floppy drive en zonder harde schijf. Mobiele telefoons waren er nog amper. Ja, voor operationele doelen hadden we er wel een paar, maar ook dat was een complete koffer met iets er in dat op een telefoon leek. Toen we in die tijd eens in Italië waren, zagen we voor het eerst dat mensen een eigen mobiele telefoon hadden, waar ze dan ook de hele dag mee in de weer waren.
En kijk nu eens, ruim 25 jaar later, staat er thuis een iMac ter beschikking, een laptop voor onderweg, een iPod, een iPad en een smartphone. Alles wat je wilt weten, is met een paar muisklikken beschikbaar. Of je nu wilt weten welke supermarkt deze week in de regio de beste aanbieding van kaas verkoopt of hoeveel kabinetten we sinds WO II in Nederland gehad hebben, alle informatie is online te vinden en te bekijken.
Er is nog geen eind aan deze wedloop. Vandaag las ik dat een nieuwe toepassing wordt dat mensen in de stof van hun kleding Wifi hebben, zodat iedereen altijd online kan zijn, zonder dat het wat kost.
Vanaf begin tachtiger jaren van de vorige eeuw ben ik me gaan verdiepen in de toekomst die zou komen. Ik las eerst de boeken van Alvin Toffler (Future Shock, the Third Wafe en Powershift) en de Aquarius Samenzwering van Marilyn Ferguson. Het waren boeken die de persoonlijke, sociale en mondiale transformatie beschreven van wat er om ons heen aan het gebeuren was.
Nu ik deze boeken weer eens in mijn handen nam en herlas, vrees ik dat ik 30 jaar geleden nog nauwelijks besefte in wat voor wereld we terecht zouden komen.
We krijgen nu ook de rekening gepresenteerd van onze vooruitgang. We kunnen wel auto's in elkaar laten knutselen door robots, we kunnen alle financiele handelingen doen vanuit huis op een door onszelf gekozen moment en onze reizen boeken voor de laagste prijs via internet, maar de werkgelegenheid neemt daardoor als maar verder af en alternatieve nieuwe werkplekken komen niet (meer) te voorschijn. Daar bovenop is een golf van feminisering gaande: we zien steeds meer vrouwen als arts (op dit moment is van de nieuwe instroom op de universiteit 70 % vrouw). In het (basis)onderwijs is 83 % vrouw. Op zich een prima ontwikkeling, maar het zal zorgen voor het nodige rumoer in het kippenhok.
Toffler schrijft in Future Shock: "Er is ons zo vaak gezegd dat wij onderweg zijn naar een uniformiteit zonder gezicht, dat wij er niet in slagen de fantastische kansen voor de individualiteit te zien die de super-industriële revolutie meebrengt".
En daar ligt ook de pijnlijke paradox. We kunnen steeds meer. Het is wel zeker dat we over enige tijd van een bak gemaaid gras een biefstuk kunnen maken. Maar we zijn ook verder van huis dan ooit.
Martin Buber leert ons de weg terug, als hij zegt:
"Alle ware leven is ontmoeten".
Transformeren is ook een spiritueel avontuur, waar het gaat om hernieuwd contact met de bron. Misschien dat Rupert Brooke het goed uitdrukt als hij mijmert over de toekomst:
"Na de nacht … ergens in de verte.
Een geweldige witte dageraad".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten